De slotenmakerDe slotenmaker
Aan het werkAan het werk
De geschiedenis van het slot
De mens heeft al heel lang de behoefte om hun bezittingen te beschermen tegen indringers. Je kunt gerust stellen dat er al heel vroeg aan een soort van inbraakpreventie werd gedaan. Of het nu gaat om bepaalde ruimtes af te sluiten, deuren te vergrendelen of andere zaken af te sluiten om diefstal te voorkomen, men was hier vaak heel inventief in.
Een veilige plek
In de prehistorie zochten de mensen bijvoorbeeld een veilige plek om zichzelf te beschermen tegen de aanval van wilde dieren. Grotten leenden zich hier uitstekend voor. Soms werd de ingang van de grot gebarricadeerd met een zelf geïmproviseerde ‘deur’. Als slot werd er dan vaak een touw gebruikt wat heel moeilijk vastgeknoopt was. Je moest dan heel handig en vingervlug zijn om de knopen uit het touw te krijgen. Kastelen werden vaak beschermd door verschillende poorten te maken. Indringers moesten dan eerst de diverse poorten doorkomen eer ze binnen waren. Er zijn opgravingen gedaan van de eerste sloten, welke dateren rond 2000 voor Christus. Dit waren mechanische sloten met sleutels van hout.
Verschillende materialen
Later, ongeveer van de 10e eeuw voor Christus tot de 20ste eeuw na Christus zijn sloten en sleutels in opmars gekomen en verder ontwikkeld. Ze kwamen er in allerlei uitvoeringen en materialen. Van brons tot smeedijzer, van messing tot ijzer en uiteindelijk ook van staal. In de Middeleeuwen gebruikte men een combinatie van brons en hout, maar doordat hout vergankelijk is, is hier weinig van teruggevonden. Tegenwoordig zijn er geavanceerde stalen sloten welke inbraakpreventie aanzienlijk vergroten.
Een beschermd gevoel
Sleutels en sloten hebben de mens altijd een gevoel van veiligheid gegeven. Het maakte hierbij niet uit van welk materiaal de sleutel of het slot was. Het idee dat je iets af kunt sluiten geeft toch een extra bescherming en daardoor ook een verhoogd gevoel van veiligheid. In sommige gevallen geeft een sleutel ook een gevoel van macht. Als jij de enige bent die ergens een sleutel van heeft kan dit voor een gevoel zorgen dat je als enige de eigenaar bent van wat er zich in die afgesloten ruimte bevindt. Zeker in de Middeleeuwen kon dit soms een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld bij priesters en monniken. Zij hadden vaak een symbolische gouden en zilveren sleutel die toegang gaf tot de poorten van de hemel en de hel.
De slotenmaker
Sleutels en sloten moesten natuurlijk vervaardigd worden en wanneer ze kapot waren moesten ze gerepareerd worden. In de tijd van de eerste sloten en sleutels is dus eigenlijk ook het beroep slotenmaker ontstaan. Soms was het de smid of houtbewerker die de sleutels en/of het slot maakte en werd het dus niet als apart beroep gezien. Tegenwoordig is de slotenmaker wel echt een op zichzelf staand beroep.